
Ook als het warm is slapen we gewoon weer goed. ’s Morgens meteen lekker naar buiten. Na het ontbijt zitten we nog aan een kopje thee, als eigenaar Axel crackertjes komt brengen met bakjes smeerkaas en Guabaya jam. Wat aardig. We zitten in de schaduw lekker te internetten en skypen. En we lezen ons helemaal suf; zo’n 2 boeken per week.
Lekker. Een Amerikaan komt nog kletsen. Hij noemt zich de tuinman, maar het is niet duidelijk of hij ook familie is van de rancho-houders. De familie gaat samen lunchen elders op het terrein. En Axel komt ons ook weer een bordje brengen met nog flan toe. Zijn neefjes van 4 en 5 komen kijken bij de bus. Ze willen we met ons kletsen, schattig. Lekker brutaal bekijken ze de bus aan alle kanten en willen ze overal aankomen. Dus wij verbieden in het Spaans en proberen ze af te leiden. Als er nog één onder de bus gaat liggen, mag dat echt niet. Te gevaarlijk, zeggen we. Daarna negeren we ze, terwijl ze rond ons spelen. En dat helpt, want dan hebben ze het zo gezien. Lesley gaat het kamperen betalen en oefent meteen nog even flink wat Spaans. Axel praat speciaal heel langzaam en is geduldig. En zijn Engels is beperkt; hij verbetert Lesley in het Spaans en Lesley hem in het Engels. Waar de tijd blijft weten we niet; zo’n dag niks doen vliegt voorbij. ’s Avonds eten we een noedelsoepje. Prompt komt Axel nog een quesedilla brengen. Zomaar kamperen met vol pension.