
’s Morgens doen we rustig aan, lekker buiten ontbijten en een beetje rommelen bij de bus. Wat is dit een mooi rustig plekje. Om 10 uur rijden we weg naar het volgende plaatsje. Bij een wasserette draaien we weer een wasje. Lekkere snelle machines hier. De televisie staat op een Spaanstalige zender, kunnen we mooi even oefenen.
Na de was even koffie en skypen bij McDonalds. Er is nog geen nieuwe over de status van ons bus-onderdeel. Na wat onderzoek op internet lijkt het nog wel even te kunnen duren voordat het hier is. Ondertussen gaan we nog wat bekijken. Dus rijden we weer richting de Salton Sea, nu aan de westkant. We moeten nog lunchen en het is al laat, dus draaien we de snelweg af. Naar een dorpje, denken we, maar het blijkt een zandweg naar plantages te zijn. Sinaasappels, noten en dadels. Dus zetten we de bus hier maar even aan de kant om een boterham te eten.
We rijden weer verder; van de laaggelegen Salton Sea klimmen we de bergen in. Dit is Anza-Borrego Desert State Park, een enorm groot staatspark. Ook hier zijn badlands, heuvels van zand en steen. Bij het visitor center kletsen we even met de ranger. Het blijkt nog steeds aardig fris te zijn voor de tijd van het jaar. Het is ruim 20 graden, dus wij vinden het wel lekker. We checken in op de rustige camping met grote plekken. Als we buiten zitten komt een andere ranger voorbij, kletsen over de bus. Zij heeft ook 2 jaar gereisd met haar man. Ze tekent op de kaart van dit park de mooie plekken aan. Leuk. Later komt er een andere Mercedes camper verderop staan. De eigenaren, een stel uit de staat Washington, komen bij ons kletsen. Zij bekijken onze bus en wij die van hen. Ze hebben de 4×4 Sprinter net opgehaald, dit is de testrun. Hun camper ruikt nog helemaal nieuw. Leuk om het verschil te zien. De zon is weer vroeg onder, dus stoken we een kampvuurtje. De vuur-ring waarin je moet stoken is hier lekker laag, zodat het vuur je ook echt verwarmt. Dus eten we buiten onder de sterrenhemel. Wat een prachtige plek.