De zon schijnt als we wakker worden, maar de bus staat in de schaduw van de rotsen. We ontbijten binnen en Bob uit Albuquerque komt nog even zijn visitekaartje brengen. Daarna zetten we de bus bij het douchegebouw. Als we klaar zijn, gaan we hiken. Eerst naar observation point, met mooi uitzicht over de rotsen middenin de vlakke vallei met in de verte bergen. Daarna tussen de rotsen door over de camping. Wat een bijzondere camping is dit. Na 1,5 uur zijn we terug en rijden we naar het noorden. Af en toe passeren we een ranch of een miniplaatsje. We willen nog een brood kopen, maar er zijn hier helemaal geen winkels. Onderweg komen we Bear Dam Lake tegen, waar we de bus parkeren om te lunchen. Een aantal mensen zit te vissen.

Na de lunch vervolgen we de weg, die steeds meer slingert en klimt. Het gaat niet hard, maar dat maakt niet uit, want er is zoveel te zien. We klimmen vanuit de woestijn naar naar een bergachtig landschap met dennenbomen en zelfs riviertjes. Bij een lookout stappen we uit om over de weidse Gila Wilderness te kijken. Geweldig, om stil van te worden. Al vroeg zijn we bij Gila Cliff Dwellings National Monument. Bij het visitor center bekijken we de film. Maar we gaan de grotwoningen nog niet bekijken, dat doen we morgen. Het is lekker weer, dus gaan we naar de camping in het park. We zijn de enige kampeerders. In de zon zitten en hout sprokkelen. Voor het eerst sinds weken stoken we een vuurtje, als de zon bijna onder is. En dat is al om half 5, want de zon verdwijnt achter de bergen. Het koelt snel af, zelfs bij het kampvuur, dus zitten we binnen. En voor het gemak verzetten we de bus, dicht bij het toilet. Lekker makkelijk. Wat een mooi stukje New Mexico is dit; off the beaten track.