
Vandaag rijden we een stukje terug voor White Sands National Monument. Voor 9 uur rijden we het park al binnen. Hoe verder we het park in rijden, hoe witter het wordt van het zand. Het zand is heel fijn, ze noemen het gypsum (gips) zand. Gek genoeg kunnen er wel planten in groeien.
Eerst bekijken we lagere duinen via een boardwalk. Verderop beklimmen we de hoge duinen. Zonnebril op, want het is enorm fel. Achter de duinen zien we in de verte de bergen. Wat een bizar landschap. Het lijkt wel sneeuw. We eten een appel op de top van een duin en Lesley maakt een zandengel. Bij het visitor center bekijken we nog even de film om te leren waar het zand vandaan komt. Erg mooi. We rijden om half 12 weer naar het oosten.
Met een volle tank rijden we de Sacramento Mountains in. Het klimt heel snel naar zo’n 2.700 meter. Van witte duinen in de woestijn naar groene bossen in de bergen in nog geen half uur. Hier is ook een skigebied, maar er ligt nog geen sneeuw. We stoppen bij een uitkijkpunt en lunchen in de bus met de schuifdeur open. Onderweg wilden we nog wat bekijken, maar blijkbaar hebben we de afslag gemist (vreemd, want er zijn haast geen wegen). Nou ja, dan rijden we maar door. Aan de andere kant van de bergketen is er weer prairie waar koeien grazen. Het is een lange weg naar de volgende plaats; wat een leeg land. In Artesia houden we pauze met koffie bij McDonalds. Nog een klein stukje rijden we naar het zuiden. Langs de weg staan veel ja-knikkers; dit gebied heeft veel olie en gas. Bij Brantley Lake State Park vinden we weer een leuk plekje voor een zacht prijsje. Een jackrabbit (konijn met oversized oren) staat even verderop te knagen aan een plant, terwijl de zon al om 5 uur onder gaat. Wat is New Mexico mooi en afwisselend.
{flickr photo=22266300053}{flickr photo=22469076257}{flickr photo=22264773594}