
‘s Morgens blijkt dat we een buurman hebben gekregen; op de campsite naast ons staat een auto. Ernaast ligt iemand in een slaapzak op een matje. In de buitenlucht, dat is nog eens kamperen. Wij warmen nog even op in de zon met koffie en rijden dan 1 mijl naar El Morro National Monument.
Het is een enorme rots in vlak landschap, waarin de afgelopen eeuwen inscripties zijn achtergelaten. Van pueblo-volken, Spaanse kolonisten tot Amerikaanse soldaten. Deze plek was een geliefde stop, omdat er een watertje is onderaan de rots. Bij het visitor center krijgen we een gids met uitleg mee over de inscripties. Erg interessant, vaak in schoonschrift uitgehakt. We staan een inscriptie te ontcijferen als we opeens geschuifel horen. Twee slangen van elk een meter glijden naar elkaar toe en blijven even langs elkaar liggen. Of zoals Gerhard zegt; geen high five, maar een glij five (hehe). Cool. Als we de inscripties bekeken hebben hiken we omhoog, de rots op. Wat een landschap weer. Na twee uur zijn we weer terug bij de bus. Onverwacht leuke bestemming.
We wachten nog even met lunchen, want we gaan vandaag een flink stuk rijden. Om af te snijden rijden we een weg door het Navajo reservaat. Altijd een beetje triest, want deze mensen zijn duidelijk armer. Het laatste stuk is onverhard. Leuk weggetje, maar het gaat niet zo snel. Het is maar de vraag of het afsnijden wel tijdwinst heeft opgeleverd. Maakt niet uit, we hebben de tijd. We parkeren langs de weg om in de bus te lunchen. Verderop in een dorp (nou ja, een tankstation met een paar huizen) zetten we internet even aan om het blog bij te werken. Dan rijden we weer verder door de uitgestrekte vlakte met af en toe wat bergen. Wat een groot en leeg stuk Amerika is dit. Bij Datil vullen we weer een envelop met geld om in te checken op een camping in een natuurgebied. Koopje: $ 5. Omdat we in de heuvels zitten, is de zon vroeg weg. Dus zitten we lekker binnen te lezen. Morgen rijden we weer naar de bewoonde wereld.