
Pas om 9 uur wakker. We ontbijten binnen en schieten snel kleren aan om te hiken. Op het pad komen we de Nederlandse emigranten tegen van gisteren, dus kletsen we nog even. Verder zien we niemand. Het is hier weer prachtig. We lopen door het bos met verschillende lookouts over de rivier en de watervallen.
Na 1,5 uur zijn we terug op de campsite. Gerhard klust nog wat aan de bus. We douchen en lunchen nog op de camping. Pas om half 2 rijden we weg.
De snelweg loopt door de heuvels. Veel te zien onderweg. Vooral de reclameborden zijn interessant; septic services worden het meest aangeboden. Bij Sudbury doen we boodschappen bij Walmart voor de komende dagen. We willen hier nog een museum bekijken, maar besluiten daarvoor later terug te rijden. Liever besteden we morgen in de natuur, want dan is er nog mooi weer voorspeld. Bij McDonalds internetten we met een bakkie koffie. Frustrerend genoeg wil de computer niet meewerken, dus we zitten er langer dan verwacht, herstarten en opnieuw proberen. Uiteindelijk is het gelukt, dus rijden we nog een stuk naar Killarney Provincial Park. De laatste 60 km is een hobbelweg, mooi maar saai. De receptie is dicht, maar er is een lijstje met vrije sitenummers op de deur geplakt. We hebben al een goede routine; Gerhard leest de vrije nummers op, Lesley streept ze aan op de kaart. Dan kijken we welke niet te ver van de toiletten zitten. Het is bear country, dus we willen niet in het donker hoeven hiken voor een plasje. We koken meteen en eten lekker buiten. Morgen bekijken we dit park en blijven we nog een nachtje. In de folder lezen we dat de provinciale parken in Ontario bij elkaar een grotere oppervlakte bestrijken dan Nova Scotia. En Nova Scotia is weer groter dan Nederland. Wow!