
Vandaag staat natuurlijk in het teken van de dieseltank. Dus ontbijten en douchen we, waarna we om half 10 bellen. Ja hoor, de dieseltank is gearriveerd. We spreken af dat we om 1 uur weer bellen, of ze bellen ons eerder. Voor de verandering maar even internet en koffie bij McDonalds i.p.v. Tim Hortons.
Daarna bekijken we een winkelcentrum, maar aangezien we allebei niet zulke shoppers zijn slaan we daar niet zo veel tijd stuk. Wel zijn we nu experts op het gebied van winkels en koffietenten in Corner Brook. Bij het visitor center staat een picknicktafel, dus lezen we wat, even lunchen en dan is het 1 uur. We bellen en mogen de bus komen halen. Met een paar minuten zijn we er. Meteen maar even onder de bus kijken. De tank is voorzien van een mooi zwart laagje. Waar het lek zat zit een plaatje van de reparatie en de hele tank is gedipt. Het kost wel een paar centen, maar we zijn super blij. Achter elkaar aan rijden we naar de autoverhuur, waar we de spullen overhevelen en de huurauto inleveren (waar we in een week toch ook alweer 790 km mee gereden hebben). We tanken de bus af en zijn on the move. Onderweg stoppen we nog even om te checken of er niets lekt, maar het ziet er goed uit. Op naar de ferry in Port-aux-Basques.
We gaan lekker en rijden net voorbij Barachois Pond Provincial Park, zuidelijker dan we geweest zijn. Heuvel op hapert de bus opeens, nauwelijks power en bij remmen slaat ie af. O, o! Veiligheidsvestjes aan en Gerhard checkt onder de motorkap. Niks te zien. Nog een keer starten, hij doet het, maar 5 km verder slaat de motor weer af. Wat kan dat zijn? Vast iets gerelateerd aan de dieseltank. Dat voelt niet goed, we starten opnieuw en keren om, want we zijn net St George’s gepasseerd, voor hier een redelijke plaats. Kijken of we dat halen. Maar niet veel verder slaat de motor weer af, nu kunnen we niet meer starten. Lekker dan. Gelukkig hebben we mobiel bereik met de Canadese simkaart, op zich al bijzonder in Newfoundland. Dus proberen we de ANWB buitenland service te bellen, nadat de gevarendriehoek is opgesteld. We hebben een prepaid, dus een buitenlands nummer bellen kan niet zomaar. Dus zitten we in de wacht om de prepaid op te waarderen. Ondertussen is het heet in de bus, niet normaal. Uiteindelijk lukt het, nadat we eerst iemand uit India en dan een Franstalige Canadees met zwaar accent met moeite verstaan hebben. Half uur wachten voordat ie het doet. Nieuw plan: bellen via Skype. Dat lukt; de ANWB maakt een dossier aan, sleepkosten worden vergoed. Maar we moeten zelf met de lokale CAA contacten. Dat lukt ook.
Terwijl Gerhard aan de telefoon zit stopt aan de andere kant van de snelweg een pickup met 2 mannen; of ze kunnen helpen. Het is hier zo rustig op de weg, dat je wel even kunt oversteken. Het blijkt traktor-monteur James te zijn, met zijn oom Bill, die 50 jaar geleden vanuit Nederland is geemigreerd. Lesley legt uit wat er gebeurd is en James, die toch zijn overal al aan had, ligt al onder de bus. Inmiddels is Gerhard van de telefoon af na contact met de sleepdienst in Stephenville; ze zijn er met een uur. James denkt dat er lucht in het systeem zit, nadat de tank eraf geweest is. Hij haalt zijn sleutelset en laat lucht ontsnappen uit brandstofpomp, -inspuit en -filter (“I can bleed her”). Gerhard start en de bus doet het. Wat een held, die James! We geven hem en Bill ieder een klompje. En Lesley geeft James nog even een zoen. We willen op de sleepdienst wachten, er achteraan rijden en kijken of we het redden.
Ondertussen zijn ook 2 fietsers gestopt of ze kunnen helpen en een man met pickup of we wel water hebben. Dan stoppen er 2 mannen op een ATV; ze stellen voor dat wij met knipperlichten achter hen aan rijden. Dan is het slepen goedkoper, want dichterbij, is hun redenatie, en weten of het gemaakt is. Dus dat doen we. Na 10 km lang met 50 km per uur lijkt de bus het te doen. Bij een splitsing nemen we afscheid en bellen we de sleepdienst af. Geen probleem, ze waren maar net onderweg en blij dat we afbellen, anders hadden ze nog lang gezocht. Het laatste stuk rijden we naar Barachois Pond Provincial Park; eerst maar even uitrusten. Als we op dezelfde campsite als eergisteren staan, komen de 2 fietsers die eerder stopten ook net aan. Even kletsen, zij rijden van Vancouver naar St John’s, dwars door Canada. Wow. Wij eten wat, zitten nog wat buiten en gaan douchen, zodat we morgen vroeg weg kunnen. Wat een dag! En wat een aardige Canadezen. Nu is het alleen wel spannend of de bus morgen start …
{flickr photo=20147073804}