Om half 7 gaat de wekker en het is 10 graden in de bus. Gelukkig schijnt de zon. Na het ontbijt gaan we al vroeg weg, ruim een half uur rijden naar Hopewell Rocks, dat om 8 uur open gaat. Hier kun je bij eb tussen vrijstaande rotsen lopen op de zeebodem. Bij vloed staan deze half onder water. Er zijn nauwelijks mensen zo vroeg, dus kunnen we in alle rust de rotsen bekijken.

Lekker een beetje klimmen, via een grot door een gat aan de andere kant naar buiten. Al snel zitten onze schoenen en broekspijpen onder de rode modder. Bovenaan de trap staat keurig een boot cleaning station; een teil met water en een borstel en verderop zelfs een moderne met hoge druk spuit. Erg leuk en prachtig in het vroege ochtendlicht. Op de parkeerplaats pakken we de kaart erbij met een appeltje en raken we in gesprek met een Nieuw Zeelands echtpaar, dat elk jaar 4 maanden in Canada en de USA reist. Even ervaringen uitwisselen. We pakken de bus en na een half uur stoppen we bij de Farmers Market in het franstalige Dieppe. Voor de lunch kopen we 2 chapati broodjes en eten we buiten op een bankje. Lekker.

’s Middags rijden we een flink stuk. We verlaten New Brunswick en gaan naar Nova Scotia. Onderweg stoppen we bij het visitor center op de grens tussen de provincies. Goed geregeld altijd, hele berg folders mee. Daarna rijden we de Sunshine Trail, langs de noordkust door kleine plaatsjes. Nog even spannend of we genoeg diesel hebben, want er is geen benzinestation te vinden, maar in Pugwash lukt het gelukkig. Hier doen we ook wat boodschappen en checken we in op de camping met een groot grasveld en uitzicht op Prince Edward Island aan de overkant. Het is wel wat fris aan zee, maar de zon schijnt heerlijk, zodat we buiten kunnen zitten. Beetje relaxen, want we hebben er al een hele dag op zitten. Nu lekker slapen, morgen geen wekker.