Het is heerlijk weer, dus ontbijten we buiten aan de picknicktafel. We willen hier nog wel een nacht blijven en dat kan gelukkig. Halverwege de ochtend pakken we de fiets door het platteland. We fietsen langs een weg waar dat in Nederland zeker niet zou mogen qua verkeer, maar het went snel.

Gelukkig vinden we de kleine binnenweggetjes. Al snel zie we mannen met baarden en strooien hoed op het land. Het is niet helemaal duidelijk voor ons wie Amish of Mennonite is; sommigen rijden een auto of traktor, maar de meesten rijden een buggy (een dicht koetsje met paard). Men waardeert blijkbaar dat wij ons ook ongemotoriseerd voortbewegen, want er wordt zowel vanaf de boerenerven als uit de buggy’s flink naar ons gezwaaid en geknikt. Het is zaterdag en dan ploeg je het land, uiteraard met paarden, maai je het gras en doe je de was. Vele waslijnen klederdracht fietsen we voorbij.

In het plaatsje Intercourse (zo heet het echt) drinken we koffie met traditionele Shoo-fly pie, een soort plakkerige appel/speculaastaart. Hier zijn veel toeristen en naar onze smaak nep-winkeltjes. Dus fietsen we snel weer het achterland in naar Bird-In-Hand. In de overdekte Farmers Market, een soort bazaar, eten we aan een counter een broodje worst, want de Amish hebben Duitse en Zwitserse roots. De meisjes achter de counter dragen klederdracht, maar bellen dan weer wel met een mobiel. We kopen nog wat knabbels en kaas en fietsen weer verder. Het is behoorlijk heuvelachtig, dus flink trappen. De Amish gebruiken ook wel de step, helemaal werken in de heuvels. Al met al zijn we eind van de middag terug bij de camping met een kleine 40 km in de benen, en dat op de vouwfiets. Heerlijk. We eten de gekochte waren en zitten lekker lang buiten, vuurtje erbij stoken en een boekje lezen. Slapen zal geen probleem zijn, moe maar voldaan.