Het is heerlijk weer als we opstaan. Aangezien we geen grote plannen hebben voor vandaag, hangen we lekker rond op de camping. We zijn zo aan het relaxen dat we opeens nog moeten haasten om voor 11 uur van de camping af te zijn. Normaal gesproken mag je langer blijven, maar we zijn hier met Passport America, een kortingskaart.

Blijkbaar moeten mensen die korting krijgen ook maar weer vroeg weg. Met een half uur rijden we naar Winchester. Daar zit een vestiging van Camping World, een campingwinkel. Lang niet zo groot als Obelink of de Vrijbuiter in Nederland, maar nog steeds leuk natuurlijk. Via de website hadden we daar al een opvouwbare wc gezien, maar die blijkt niet op voorraad te zijn. Wel kijken we nog even lekker rond en natuurlijk zie je dan weer dingen die je denkt nodig te hebben, dus gaan we alsnog voor een kleine $ 50 weg.

Vanaf Winchester nemen we een route binnendoor, want op de snelweg is toch niet veel te zien. Het landschap is glooiend, veel boerderijen, mooie rit. We tanken en rommelen met lucht voor de banden (blijkt in PSI i.p.v. Bar te gaan), waarna we op een parkeerterrein lunchen, want we kunnen geen ander plekje vinden. Redelijk vroeg in de middag checken we in bij Greenbrier State Park. Er mag op deze camping geen alcohol gedronken worden, dus zitten we braaf aan de fris. Eind van de middag gaat het kampvuur aan en voor het eten poffen we de aardappels in folie in ons vuur. Goed gelukt! Het is mooi weer en we kunnen nog lang buiten zitten. Nou ja zitten, we moeten steeds opstaan om opnieuw hout te sprokkelen, want onze eigen voorraad is alweer opgestookt. Gelukkig heb je er lang plezier van; onze kleren stinken naar kampvuur.