
De wekker ging om 7 uur, dus lekker vroeg op. Buiten is het nog fris, dus we ontbijten binnen, terwijl we skypen. Als we zijn ingepakt komt een Canadees nog even kletsen. Hij is met zijn nieuwe kleine, maar super de luxe camper op pad. We bekijken de wederzijdse campers, altijd weer leuk.
We praten half Engels, half Frans (zijn vrouw verstaat geen Engels); even schakelen. Pierre schrijft het adres op van de camping van zijn dochter in Quebec, wellicht gaan we er langs. Dan vertrekken we naar Shenandoah National Park voor de Skyline Drive. Dit is een kronkelende weg van 105 mijl door de bergen, met vele uitkijkpunten. Het is duidelijk nog vroeg in het seizoen, want de poort staat onbeheerd open, je moet maar bij de uitgang betalen. De weg is prachtig en je kunt heel ver kijken. Het is hier nog nauwelijks lente, nog lang niet alle bomen groen. Daardoor kun je er makkelijker doorheen kijken en we spotten al snel herten. Bij verschillende punten zetten we de bus neer om te kijken, maar oei wat is het koud. Hoewel het half bewolkt is en de zon er best doorheen komt, staat er een ijzige wind. Bovendien klimmen we tot zo’n 1.200 meter. Snel een bakkie koffie zetten. Verderop doen we een kleine hike. Tot 2 keer toe terug naar de bus om meer kleren aan te doen. Maar het uitzicht is de moeite waard. Later lunchen we bij een andere overlook met een noodle soep; handig dat je je eigen huis bij je hebt.
Vroeg in de middag zijn we ongeveer op het midden van de route, waar een camping is. Dit is de bestemming voor vandaag, maar we denken allebei hetzelfde: veel te koud hier in de bergen. Dus bekijken we het visitor center en rijden we naar Luray, onderaan de berg ten westen van het park. Hier is het nog steeds niet heet, maar wel aangenamer. Nu zitten we met een gloeiende toet in de bus. Vroeg onder de wol, morgen bekijken we de rest van Shenandoah NP.