Het is 8 graden in de bus als we wakker worden. Brr, wel een blauwe lucht, maar koude wind. Buiten ontbijten gaat maar net. We hebben besloten nog een nacht hier te blijven. Aankomend weekend is er slecht weer voorspeld, dus we rekken ons verblijf hier. Dan zijn we rond steden met binnen-activiteiten bij slecht weer en is het hopelijk droog als we Shenandoah National Park in gaan.

Omdat we hier blijven is er dus geen haast. Tijd voor houthakken en hardlopen; de camping is zo groot dat een half uur rennen makkelijk kan zonder steeds langs dezelfde plek te komen. We lunchen buiten en fietsen dan naar het kantoor om te betalen. Ze hadden het creditcard nummer op formulier van gisteren niet kunnen lezen; blijkbaar schrijven wij cijfers voor Amerikanen totaal onleesbaar. Daarna fietsen we naar een hike trail rond een meer. Lekker rustig hier, we komen vrijwel niemand tegen.

Terug bij de bus klimt Lesley op het dak om de zonnepanelen te poetsen. Het kan zijn dat we het ons verbeelden, maar ze lijken nu nog sneller te laden. Verder MacGyver-en we aan de bus (nieuwe washaak, stoffer en blik vastzetten met klitteband); kortom lekker druk met niks. Om half vijf is het tijd voor een kampvuur. Omdat Gerhard vanmorgen de blokken klein gehakt heeft krijgen we het snel aan en het brandt als een dolle. Geslaagd voor ons kampvuur diploma. Meteen maar de hele kist opgestookt. Maar goed ook, want je mag geen hout van een andere plek opstoken. Tot een uur of acht zitten we nog buiten. The good life.