Na het ontbijt pakken we nog even de fiets om het State Park verder te bekijken. Dit is een oud fort geweest ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Er staan Fire Control Towers, uitkijktorens die hielpen de kanonnen te richten op de schepen, en de kanonnen en bunkers zelf staan er ook nog.

Interessant. Bij het strand is nog een Nature Center, dus aaien we nog even een Horseshoe Crab. Op het strand zien we lege schalen liggen. Terug bij de bus rijdt Lesley het eerste stuk, even het groot rijbewijs in praktijk brengen. Bij Denton slaan we groot boodschappen in; we hebben na het uitpakken lege curvers over in de schuur onder het bed, dus allerhande blikvoer en fris is ingeslagen. We zijn op zoek naar een Starbucks of andere koffietent met internet, maar dat valt nog niet mee. In St. Michaels, een klein plaatsje met een schattig winkelstraatje, vinden we wel een terras voor een drankje en traag internet. Daar zoeken we meteen even een camping op, want die zijn dun bezaaid.

Het laatste stuk rijden we naar de camping op Taylors Island. We hebben een adres, maar het is nog behoorlijk zoeken. Net als we denken dat het niks wordt, vinden we de ingang. Veel stacaravans en vooral veel boten. Het blijkt dat morgen het visseizoen begint voor Rockfish. We hebben de laatste transit plek, hutje mutje tussen andere campers, naast een blubberig pad maar wel met uitzicht op de baai. Het is heerlijk weer, dus we zetten de stoeltjes neer en maken een flesje wijn open. Verschillende vissers komen om de beurt even een praatje maken over de bus, een hand geven en op de mobiel wordt de gevangen vis van vorig seizoen getoond. Het verkeer rijdt langzaam om ons niet onder te spetteren. Volgens de buurman is het “party central” op de plek naast ons, stoeltjes in een kring rond een kampvuur en fakkels aan. Eerder hadden we al douches met alleen een gordijn i.p.v. een deur; nu zitten de WC’s ook achter een gordijn. Enige plek!