Het heeft vannacht een beetje geregend, dus de was is nog lang niet droog. Vanochtend is het helder weer, op de toppen van de bergen schijnt de zon al. We ontbijten toch nog even binnen, want in de schaduw is het fris. Nadat de was in de bus gehangen is, vertrekken we al vroeg. Het is maar een klein stukje rijden naar Vaduz. Weer rijden we rond om een parkeerplek te vinden; we hebben ons erbij neergelegd dat dat niet zo eenvoudig is met een bus. In het moderne centrum drinken we koffie, waarna we de steile heuvel op klimmen naar het kasteel. Je kunt het niet bezichtigen, want de vorst van Liechtenstein woont er. Maar het uitzicht onderweg op de stad en de bergen is geweldig. Door het oude dorp lopen we terug. Men heeft hier mini wijngaardjes in de achtertuin. We pakken de bus weer en rijden via Oostenrijk Liechtenstein uit. Snel even tanken, want de diesel blijkt tot nu toe het goedkoopst in Oostenrijk. Niet veel later rijden we Zwitserland weer in. Van een grens is hier niet echt sprake; je moet langzaam rijden, maar men kijkt niet op of om. We nemen de route langs de Bodensee, die al met al toch niet altijd te zien is. Voor een late lunch stoppen we in Romanshorn. Pas bij het derde restaurant kunnen we wat eten, de keuken is vaak al dicht. Maar de Käsespätsli is wel erg lekker. Bij de supermarkt maken we de laatste Zwitserse franks op.
Na de lunch rijden we nog 1,5 uur. Hier kunnen we weer de snelweg nemen, want in Duitsland is geen vignet nodig. Al snel moeten we er weer af via een mooie provinciale weg door de groene heuvels van het Schwarzwald. Overal waar je kijkt sparrebomen. We klimmen nog tot zo’n 1.000 meter en vinden eind van de middag een plekje op de camping in Sankt Peter. Het is mooi weer dus borrelen we in de zon en eten we nog buiten. Nu zitten we weer binnen, zetten een kopje thee en maken weer een plan voor morgen. Heerlijk, dat zwerversbestaan.