Vanmorgen zijn we al heel vroeg wakker. Geen olifanten gehoord vannacht. We ontbijten weer lekker buiten, hoewel het nog fris is. Om 6 uur werd een houtvuur gestookt onder de waterketel bij de douche en het water is bloedheet. Douchen terwijl de vogels boven je hoofd fluiten blijft bijzonder. Nadat we zijn ingepakt rijden we naar de White Lady, een plek waar een muurschildering van 2.000 jaar oud te zien is van, dacht men, een blanke vrouw. Het blijkt een shaman te zijn, die door in trance te dansen rond het vuur met as is bedekt.
We krijgen weer een gids mee; Sid is echter niet zo spraakzaam. Wel vertelt hij over de planten en bomen die hier, vrijwel zonder water, groeien. De Brandberg is ruim 2.500 hoog en is van rood graniet. We doen een mooie hike van ruim 1,5 uur heen en weer, terwijl het al behoorlijk warm is. Leuk doe-dingetje. Na de White Lady rijden we door naar Uis, waar we bij een goed gesorteerde supermarkt flink inslaan, voordat we naar de kust rijden. Onderweg eten we een broodje. Gek genoeg hebben we in de lege vlakte waar we doorheen rijden opeens heel veel radiozenders; Afrikaans, Engels, Duits en Damara (met de klakjes). Ondertussen rijden we op een eindeloze rechte weg met aan weerszijden vrijwel wit zand, terwijl we in de achteruitkijkspiegel de rode Brandberg nog zien. In de verte zien we opeens wolken en daarna de Atlantische Oceaan. We rijden door naar Swakopmund, een toeristisch plaatsje. Nadat we zijn ingecheckt in het hotel doen we eerst even een handwasje (de handdoeken zijn inmiddels wel erg stoffig), waarna we het stadje verkennen. Veel Duits aandoende gebouwen, vaak met Duitse namen van de eigenaren. Het voelt helemaal niet Afrikaans. Vreemd om weer in een stad(je) te zijn; zoveel verkeer hebben we in weken niet gezien. We lopen de pier op en zien in de verte de hoge duinen, die lijken op een woestijn. Het is hier fris; gewoon spijkerbroek en fleecetrui aan. Na koffie op een terrasje lopen we weer naar ons Zwitserse hotel. We zitten lekker te internetten en de verdere bestemmingen uit te stippelen op de vide, compleet met bank uit grootmoeders tijd, oude ski’s en heel veel boeken. ’s Avonds eten we ook in het hotel, een 5 gangen menu. We zijn de enige gasten. De baas komt af en toe aan tafel zitten. Hij woont hier al 15 jaar en wil de mensen graag iets leren. Zo kon de kokkin nog geen spiegelei bakken toe ze kwam werken, nu maakt ze het hele menu. Leuk hoor. We zitten nog met een wijntje bij muziek van Mozart in het restaurant een beetje te surfen. Morgen weer een klein stukje naar het zuiden. Maar eerst weer in een bed slapen, lekker. Hoewel we het buiten zitten wel al missen.