Om half 7 gaat de wekker, snel ontbijten en aankleden, want om half 8 moeten we bij de receptie zijn. Lopend vanaf de camping krijgen we nog een lift van een medewerker. Titus staat al klaar en we vertrekken met hem naar een Himba dorp. Onderweg in de auto legt hij de cultuur uit en wijst hij in Opuwo al de verschillende stammen aan. Het blijkt dat Himba (half naakt) en Herero (lange kleurige jurken) verwant zijn en samen kunnen leven.
Vreemd contrast. We rijden off the road en zien hier en daar al kleine nederzettingen van lemen ronde hutten met een houten dak, die binnen een omheining van palen staan, ter bescherming tegen de wilde dieren. In de auto leren we hoe we moeten begroeten (gewoon een hand geven) en een paar woordjes (goedemorgen, hoe gaat het, het gaat goed, bedankt). Eenmaal daar stappen we met Titus uit en lopen we een nederzetting binnen. Hij spreekt Himba, dus kan voor ons vertalen. We voelen ons wel een beetje opgelaten om deze mensen zo te komen bekijken en we voelen ons vooral erg wit. Er zijn vrijwel alleen vrouwen in het dorp, omdat de mannen met het vee van huis zijn (vaak maanden) op zoek naar water. Toevallig is de heer des huttes ook thuis en we zijn welkom rond te kijken. Eerst volop handen schudden. Titus legt uit wat we zien en laat 3 meisjes naast elkaar staan, om het verschil in leeftijd en versierselen aan te tonen. Sneu vinden we, dat ze zo moeten showen voor ons. Lesley gaat nog even tussenin op de foto. Dan mogen we in de hut van “oma” komen (dat verstaan we dus). Een meisje van 18 toont ons het dagelijkse ritueel van het malen van rode kleiachtige steen, die vermengt wordt met vet, waarmee ze zich insmeert tegen de zon en muggen. Ook brandt ze een geurend kruid dat ze langs haar lichaam houdt, terwijl ze een beetje giechelt. Verlegenheid is hetzelfde in alle culturen. Ze vindt dat wij net een tweeling lijken (zeker even wit). Als ze hoort dat we veertigers zijn, vindt ze ons ook oud. Zelf is ze zwanger. Titus vertelt dat de Himba veel kinderen krijgen en de bevolkingsgroep, geschat op zo’n 100.000 mensen, groeit dan ook. In de hut krijgen wij allebei ook rode smurrie op een arm en hand gesmeerd. Geinig hoor. Eenmaal buiten zit er een kring met dames met uitgestalde spulletjes. Speciaal voor ons blijkt, want als we weggaan ruimen ze de boel weer op. We kopen 2 armbandjes, Gerhard onderhandelt via Titus. We staan nog even te kijken, terwijl Titus hen ijsblokjes geeft, maismeel en suiker. De kleintjes zijn heel schattig, zitten wel al gevaarlijk met een steen te hameren. De iets grotere kinderen vragen om een dollar, maar dat geven we niet. We zwaaien nog en rijden terug naar de lodge. Indrukwekkend om te zien hoe primitief de mensen leven, hoewel we ook al plastic zien en Titus vertelt dat sommige Himba een mobieltje hebben of een Mercedes. Hij voorspelt dat deze traditionele cultuur zal gaan verdwijnen. Bijzonder om gezien te hebben, maar ook ongemakkelijk.
Terug bij de tent lezen en relaxen we. We lunchen op het terras en zitten de hele middag aan het prachtige zwembad. Hoewel men hier zegt dat het hoogseizoen is, merken we daar niks van; er zijn nauwelijks mensen. Nu nog even wat internetten, daarna lopen we naar de camping en koken we straks iets makkelijks. Morgen weer een flink stuk rijden. Dit stukje Afrika hadden we niet willen missen.