Na het ontbijt stallen we onze tassen bij het hotel en lopen we naar The Old Inn, waar we de buskaartjes hebben geboekt. Even later komen Martin en Julia, onze Duitse reisvrienden, er ook aan. Iemand van de Inn zet ons op de bus. Eerst gaan we met een minibusje de berg af, weer vol met toeristen, waaronder het Duitse meisje waarmee we gisteren gegeten hebben. Tassen worden hoog opgestapeld in het gangpad. In Dumre, onderaan de berg, staan we langs de highway te wachten. Er komen veel bussen voorbij, maar blijkbaar niet de juiste. Uiteindelijk stopt er een vrij luxe touringcar, nog lang niet vol en wenkt onze man. Als we net rijden komen 2 Nepali jongens achter ons zitten, maar ze spreken Engels met elkaar. Lesley gaat een gesprek aan en het blijken 2 zoons van een arts te zijn, die 6 jaar in Australië gewoond hebben en net terug zijn. We zitten wel een uur te praten. Leuk om van deze jongens te horen hoe ze Nepal ervaren na jaren in het westen gewoond te hebben. Bovendien geven ze ook antwoord op vragen over het kaste-systeem in Nepal; kinderen praten daar misschien wel makkelijker over dan volwassenen. Op hun beurt willen ze dingen weten over Europa, maar het valt op dat ze goed geschoold zijn en best veel weten. Leuk en de tijd gaat lekker snel. Onderweg wordt er nog gestopt bij een wegrestaurant. We werpen een blik op de schalen met eten, maar wagen ons er niet aan (staat er onverwarmd, wie weet hoe lang al), dus kopen we 2 veilige Snickers. Ondertussen wordt de band van de bus verwisseld, is zo gepiept, vrijwel niemand heeft het door. Als we weer vertrekken stopt de bus-chauffeur wel even bij een schuurtje waar de band nog even op druk wordt gebracht. Dan weer verder, terwijl we behoorlijk klimmen en de weg omhoog slingert.
Rond een uur of 3 zijn we in Kathmandu en nemen afscheid van Julia en Martin, die over een paar dagen terug vliegen naar Duitsland. Wij pakken een taxi naar Patan. Zodra we de bus uitkomen worden we omringd door taxi-chauffeurs met de vraag “taxi?”. Als Lesley zegt, first luggage, lijken ze gek te worden, en dringen ze om je tas te pakken. Na weer serieus onderhandelen kan de prijs van 600 naar 350 rupees. In Patan vinden we een kamer bij het tweede guest house dat we proberen. Eerst maar even pinnen. Na wat lege apparten treffen we er één waar na 3 pogingen (steeds een lager bedrag) er uiteindelijk wat uitkomt. Inmiddels hebben we aardig trek, dus gaan we met uitzicht op het centrale plein, Durbar Square, wat drinken en eten. De soevenier kraampjes breken net op, want de dagjesmensen zijn weer terug naar Kathmandu. Kratten worden volgeladen met metalen beeldjes en weggedragen met behulp van hoofdbanden. Op de terugweg naar het hotel drinken we nog koffie bij een bakkertje in een soort smalle garagabox. We moeten op een krukje achter de toonbank komen zitten, terwijl een pannetje water wordt opgezet. Grappig. In het hotel hebben we twijfels over de douche, maar zodra er weer stroom is blijkt dat dit hotel “hot shower” wel heel letterlijk neemt. Je kunt er maar net onder staan en het lijkt wel een sauna. Nu wat internetten en relaxen na deze reisdag.