Omdat we al om 8 uur gingen slapen, zijn we om 6 uur op. We pakken rustig in en gaan naar beneden voor ontbijt, weer pannenkoek met gebakken ei. Kaze wacht alweer op ons. Om kwart voor 8 vetrekken we om van 1980 meter af te dalen naar 1330 meter, via een lange trap langs boerderijtjes. Van kippen, geiten en koeien op ons pad kijken we allang niet meer op. We zijn behoorlijk stijf, dus afdalen gaat het eerste half uur nog niet zo soepel. We worden steeds ingehaald door porters met wel 30 kilo op hun rug, die van de berg af rennen. Over de brug stijgen we gelukkig weer, onze specialiteit. Onderweg komen we wat toeristen tegen, opvallend vaak Nederlanders. Even een praatje maken; waar kom je vandaag vandaan en waar ga je naartoe. Bij Tolka lunchen we vroeg met dal baht. Kazie eet met ons mee en dat op zich al een bezienswaardigheid. Nepali eten met hun rechterhand en gooien de linzensoep (dal) op de rijst (baht), zodat ze er soppige plukjes uit kunnen pakken. Dat wordt al smakkend in hoog temp naar binnengewerkt, ogen op het bord gericht, geen tijd om te praten. Zitten wij daar een beetje bekakt tegenover met lepel en vork en kauwen met je mond dicht.
We stijgen tot 2100 meter en dalen daarna weer af. Onderweg komen we langs 2 checkpoints, waar onze permits worden afgetekend en ingeschreven in een groot schrift. Dan weten ze dat wij de Annapurna range weer hebben verlaten. Wel gedoe om dat schrift van het begin- en eindpunt steeds te moeten vergelijken, lijkt ons. In Dhampus op zo’n 1700 meter hebben we een rustig hotel (we zijn de enige gasten) met eigen badamer. Na een biertje in de zon lekker heet douchen. We doen weer veel kleren aan en gaan in het onverwarmde restaurant zitten. Beetje lezen met een drankje en popcorn. We eten pizza, die vers gemaakt wordt en zijn te moe voor de gebruikelijke thee met koekjes en appel. Dus liggen we er weer om 8 uur in. Morgen nog een keer sunrise bekijken en een korte wandeling naar de highway. Wat een te gekke trekking!