Als we naar buiten gaan zien we in de vallei prachtige nevel hangen; white lake zoals ze het hier noemen. We ontbijten en gaan vroeg op pad. Vandaag lopen we naar Ranighat Palace, 7 km de vallei in. We hebben een routebeschrijving, maar het is behoorlijk spoorzoeken. Aanwijzingen als “ga bij de grote mangoboom linksaf” zijn voor ons lastig, als er geen mango’s aan de boom zitten. Gelukkig komen we wat kinderen uit dorpjes tegen, die naar school lopen in schooluniform. Uiteraard willen ze weten waar we vandaag komen en hoe we heten. Ze wijzen de weg en spreken opvallend goed Engels. Het uitzicht is schitterend; terrassen met gewassen, heuvels en bergen en dorpjes van een paar huizen. Af en toe komen we mensen tegen die indrukwekkend grote manden op hun rug dragen, met een band op hun voorhoofd. Met slippertjes lopen ze met gemak de berg af, terwijl wij onze bergschoenen voorzichtig neerzetten. In het dorpje Aule drinken we thee; we krijgen chiya, thee met melk en boter. Smaakt een beetje als vloeibare boterbabbelaar. Die energie kunnen we wel gebruiken. We komen nog wat Nepali toeristen uit Kathmandu tegen, iedereen geeft ons een hand. Rond lunchtijd zijn we bij Ranighat, een klein dorpje in het dal aan een rivier. Er staat een groot verlaten paleis, in de jaren 20 gebouwd door een verdreven politicus. Er zit een meneer bij met een boek, waar toeristen zich moeten inschrijven. Gisteren is er niemand geweest, vandaag zijn we de eerste en waarschijnlijk de laatste. Hij spreekt nauwelijks Engels, maar geeft toch een rondleiding door het gestripte gebouw. Ook maakt ie een foto van ons en kan er maar niet genoeg van krijgen, dan moeten we hier staan, dan daar. Gelukkig hebben we geen toestel met een fotorolletje, want dat had ie zo volgeschoten. Wat grappig.
In Ranighat gaan we lunchen. Er wordt trots op de menukaart gewezen, maar hij heeft maar 1 gerecht, rijst met groente. Het smaakt ons goed en we beginnen daarna aan de klim. We zijn bijna 1000 meter afgedaald, dus we hebben wel even te gaan. Het begrip steile afgrond heeft nieuwe betekenis na vandaag. Ze zijn met een grote machine een weg aan het hakken uit de berg. Het looppad is daardoor verdwenen en bestaat uit een grote glijbaan van gruis. De machine gaat even uit en we klimmen voorzichtig langs een richel, vasthoudend aan boomwortels en gras. Als we weer bij het dorpje Aule zijn worden we door een paar jongens uitgenodigd om mee te spelen met Carom. Dit is een spel op een vierkante hoge tafel met krijtpoeder. Met een schijfje moet je andere schijven in de gaten in de hoeken spelen. Een soort snooker met je vingers. Wij kunnen er niks van en worden ongegeneerd uitgelachen. We drinken nu bij een ander theehuis nog wat vloeibare boter. Het is hier druk, want de mannen uit Kathmandu die we eerder zagen zitten hier te eten. Er loopt een schattig klein peutertje rond en we geven hem een paar klompjes; helemaal gelukkig. Terug naar boven valt ons mee, maar het is wel behoorlijk zweten. De schookinderen van vanmorgen komen weer thuis en kletsen nog wat met ons. Bij het laatste stuk komen we 3 tieners tegen die met ons meelopen. Ze komen uit een dorp nog verder dan Ranighat en lopen naar school, waar ze slapen. Blijkbaar gaan ze niet elke dag naar school. We kletsen wat en zijn zo boven. Wel jammer dat de jongen ons om geld vraagt, wat we niet geven. Het sjiekste hotel ligt boven de stad, hier gaan we op het terras wat drinken. Dat blijkt in de schaduw te liggen en er staat nu ook wat wind, dus we koelen snel af. Terug in het hotel even relaxen, waarna we gaan eten bij het hotel. Hier zou ook wifi zijn, maar omdat de stroom er weer uit ligt, doet ie het niet. Morgen maar weer proberen. Wat een mooie dag.