De wekker gaat om 7 uur, zodat we voor vertrek nog rustig kunnen ontbijten. Daarna lopen we met de tassen naar het kantoortje waar we de bustickets gekocht hebben. Even wachten op nog een toerist, waarna we achter iemand aan lopen naar het busstation. Het is eigenlijk meer een stoffige open plaats. Er staan meerdere bussen, naar verschillende bestemmingen. Onze tassen gaan op het dak. De bus zou om 9 uur vertrekken, maar er wordt al gezegd dat het een uurtje wachten wordt. De bus-chauffeur haalt al gereedschap tevoorschijn en begint wat te sleutelen. Al met al valt het wachten mee en vertekken we 20 minuten later. De bus is nog lang niet vol, maar onderweg worden veel mensen opgepikt, die moeten staan of zelfs op het dak zitten. De toeristen hebben gewoon een zitplaats. De route gaat langs kleine plaatsjes en als we stoppen proberen verkopers fruit te slijten. We eten wat meegenomen koekjes bij wijze van lunch. Opeens wordt er nog gestopt voor een pauze, dus strekken we de benen. Nog een uur en we zijn op de kruising naar Lumbini, waar we moeten uitstappen. Het laatste stuk moeten we blijkbaar de taxi nemen. Een Nepali gezin met een zoontje zit al achterin. Daar kunnen wij nog wel bij, want het is maar een kilometer of 20. De chauffeur wil ons bij een hotel buiten het centrum afzetten, maar wij dringen aan op het centrum. Daar zou de accommodatie vol zijn volgens hem, maar het eerste hotel dat we proberen is er al plek.
We zetten de tassen neer en doen snel een korte broek aan, want het is hier warm. Het plaatsje is eigenlijk maar 1 straatje. Er zijn weinig toeristen en dat is ook aan de winkeltjes te merken; meer meubelzaakjes dan terrasjes. Daarom lopen we ietsje verder naar een sjieker resort. Geen gast te zien, dus is er meteen stress onder het personeel als wij iets willen drinken. Twee man blijft aan de tafel staan totdat we besteld hebben. We zitten heerlijk in de rustige tuin, waar 2 kraanvogels lopen. Terug bij ons hotel vragen we naar handdoeken en krijgen er 1. WC papier moeten we kopen bij het winkeltje er tegenover; gelukkig hebben we een aardige voorraad verzameld en reishanddoeken mee. We pakken de lakenzakken er maar weer eens bij. Maar je bent wel maar Euro 6,50 per nacht kwijt. Nu is Lumbini de geboorteplaats van Buddha, dus eenvoud is gepast. ’s Avonds eten we in een eenvoudig restaurant en lopen we met de zaklamp nog een rondje. Hier is het opvallend donker als de stroom uitgevallen is. Wel zien we hier voor het eerst sterren; op andere plaatsen was het ’s avonds vaak nevelig. In ons hotel doet de stroom het wel en pruttelt de generator in de tuin. We hopen maar dat ze die ’s nachts uitzetten. Morgen weer een fiets regelen en de boedhistische bezienswaardigheden van dit bedevaartsoord bekijken.