Poeh, kwart voor zes op, om half 7 klaar voor ontbijt. Dat gaat niet door, want de broodjes worden vandaag later geleverd. Dus nemen we koffie. We wachten op de bus die ons naar de boot brengt. Net als de bus er is, bedenkt de receptionist dat ie met ons op de foto wil. We krijgen ook nog gratis broodjes mee. Schattig. Met de minibus rijden we langs nog een hotel. Daar staan 3 mensen klaar, maar er is slechts plek voor 2. Na wat bellen en schuiven van bagage past het toch en moet een meisje op onze tas zitten. We rijden naar een dorpje waar een enorme bootterminal is. Onze vouchers worden ingewisseld voor kaartjes. Op de steiger is het een chaos. We moeten aan boord van een boot die al vol is. Onze tassen worden achterop geladen. Wij blijven voorin zitten. Maar er wordt gewezen en geduwd aan onze rug, dus we persen ons nog ergens tussen. De boot ligt behoorlijk diep en is wankel. Met 38 passagiers erop, terwijl wij zo’n boot bij 25 misschien wel vol hadden gevonden. Hier dus niet. Even lijkt het erop dat we nog ergens overstappen, maar dat was een schijnbeweging. Lekker cashen a $20 per persoon.
We hebben deze boottocht geboekt, omdat ie als pittoresk beschreven stond in de Lonely Planet. Maar met zo’n volle boot met banken die naar binnen gericht zijn zien we niet zoveel behalve de andere toeristen. Op het Tonle Sap meer, een enorm meer middenin Cambodja, maken we water. Broek nat, tassen op schoot. Uiteindelijk zoekt de man van de boot een pannetje op om wat te hozen. Als we weer op een riviertje zitten is het wat rustiger en zien we drijvende dorpjes. De mensen hier zijn erg arm, huisjes hebben soms niet eens een dak. Na 4 uur stoppen we bij een drijvend restaurant. We eten wat en sluiten aan in de rij voor de wc; drie hokjes van golfplaat op een houten vlonder met een gat erin. Zo in de rivier, je ziet de vissen zwemmen. Terug op de boot besluit de dikke Italiaan naast Lesley op de punt van de boot te gaan zitten zonnen. Lekker heet en we varen ook nog wel eens in de kant omdat we de bocht niet halen, maar voor ons fijn, want we zitten iets minder krap. We zitten ongeveer halverwege de boot, we horen de motor, maar kunnen nog wel praten. De mensen die achterin zitten hebben pech, een jongen bindt met een hoofdband sokken tegen z’n oren. De kapitein zit achter een oude stuurkolom van een auto en schakelt met de pook; leuk geklust. Na totaal 7,5 uur leggen we plotseling ergens aan, om het laatste stuk met de bus te gaan. Tijdens het droge seizoen staat het water te laag om naar de stad te varen. In Battambang zijn we blij even de benen te strekken. We relaxen wat op de kamer en gaan ’s avonds eten; we zien een aantal mensen van de boot, want deze plaats is niet zo groot. Want een avontuur, maar pittoresk zouden wij het niet noemen.