We zitten om 8 uur klaar voor een toertje naar My Son, een tempelcomplex met ruines. De bus is behoorlijk vol en het is een eindje rijden. Eenmaal daar moeten we met een electrical vehicle (interessante uitspraak door gids, nauwelijks te verstaan), maar ze hebben maar weinig van deze grote golfkarren, dus duurt het even voordat de hele groep er is. We zijn in de jungle en het is bewolkt, klam en warm. De temples zijn mooi en al heel oud. Helaas zijn ze behoorlijk verwoest in de Vietnamoorlog. De gids vertelt wat en daarna mogen we vrij rondkijken. We kletsen onderweg met 2 Nederlandse stellen; geinig om te horen dat vrijwel iedereen dezelfde dingen bezoekt. Terug in Hoi An gaan we lunchen bij Morning Glorie, een restaurant dat iets luxer is dan normaal gesproken, maar warm aanbevolen door de Nederlanders die we ontmoet hebben. Het eten is geweldig.

’s Middags lopen we nog wat door het stadje. het is veel rustiger, nu de grote groepn dagtoeristen er niet zijn. We drinken een biertje (ja, ook Lesley, voor het eerst) voor 16 cent per glas. Ook bezoeken we nog een oud huis, weer met verhaaltje. We relaxen weer even op de kamer. Gerhard doet zijn BTW aangifte; eens per kwartaal even een uurtje werken. ’s Avonds eten we weer luxe voor Vietnamese begrippen, in een mooie tuin. Het personeel heeft een winterjas aan, wij zitten zo buiten, want het is nog best warm. We bestellen een kannetje rijstwijn, blijkt behoorlijk sterk te zijn, een soort jevener. Zitten we bij het eten de man 3 jonge borrels weg te werken. Dus maar ook een toetje genomen om dat te absorberen. Weer heerlijk allemaal, Hoi An is echt de plek voor een culinaire Vietnam ervaring. Morgen zijn we overdag nog hier, eind van de middag met de nachtbus naar Nha Trang.