In Wellington is het ’s morgens nog wat fris. Zodra we zijn ingepakt, rijden we richting het adres van de achternicht van Gerhard. We hebben niks afgesproken, dus gaan op goed geluk. Ze blijken niet thuis te zijn, dus laten we een doosje chocolaatjes achter met een berichtje. Dan nemen we snelweg naar het noord-oosten. Bochten, bergen en bomen, dus we rijden nauwelijks harder dan 50. Opeens zijn we over de bergen heen en rijden we door een plat landschap. We blijven vandaag in Martinborough, een wijndorp, bekend om haar Pinot Noir. We halen een kaart bij het visitor centre en zien dat alles op loopafstand is. Ideaal voor wijnproeven. Eerst inchecken en lunchen op de camping. Het is een kleine camping, uitkijkend over een weiland.

We wachten een wasje af; het is erg warm vandaag met wind, dus met een uurtje is alles droog. Deze regio zou vandaag de hoogst gemeten temperatuur van NZ hebben. Daaarna lopen we naar het eerste wijnhuis. Aardig druk is het hier. We proeven ieder 3 wijnen, verschillende, zodat we kunnen ruilen. Erg lekker, maar je staat al snel binnen een kwartier de hoeveelheid van een flink glas weg te tikken. Het tweede wijnhuis is wat kleiner en geeft goede uitleg over geur en smaak. Inmiddels voelen we ‘m aardig zitten, dus lopen we via het schattige dorpje weer naar de camping. We maken een salade, zitten nog lekker lang buiten en lezen allebei een boek uit. Het is superdruk in de keuken, dus we laten de afwas staan voor morgen. Lekker lui dagje.