Vanochtend rijden we 2 uur en de weg wordt iets drukker, want er is hier veel industrie. Ook wat heuvels in de verte; even wat afwisseling in het landschap. Bij Roebourne bezoeken we het visitor centre, gevestigd in een oude gevangenis. Oude troepjes om te bekijken, is altijd leuk. Iets verder ligt Cossack, nu een ghosttown, eind 19e eeuw een drukke parelduikersplaats. Een aantal gebouwen staat nog overeind en ook hier zijn oude troepjes te bekijken, zoals brillen, flessen en uiteraard een Singer naaimachine. Overal waar we oude troepjes bekijken staat een Singer. We bekijken ook het kerkhof, waar Japanse parelduikers begraven zijn. Het is hier prachtig stil, aan een baai met in de verte een eilandje. Voor de lunch rijden we naar Point Samson, met ook weer baaitjes en rotspartijen. Op een rots aan het water eten we een broodje.

Inmiddels zijn we een beetje lui, want we waren al vroeg op. In Karratha checken we in bij een drukke camping. Eerst zwemmen om af te koelen (lukt goed, ijskoud water). Dan weer een wasje draaien, want het is hier stoffig, dus alles is snel smoezelig. Bij de was is er altijd aanspraak, Lesley kletst wat met 2 heren die een ijsje eten. Opvallend veel “werkmeneertjes” (ons Nederlands gaat er niet op vooruit) wonen op de camping. Aan de waslijn hangen oranje hesjes. We lezen naast de bus, eten ’s avonds lekker, terwijl het afkoelt. Nog even wat internetten, hoewel dat zeer traag is. Gelukkig is ons geduld (lees dat van Lesley) er wel op vooruit gegaan.