Vanmorgen extra vroeg op, zodat we om 8 uur al aan een hike beginnen in Geike Gorge National Park. Het is nog relatief koel in de vroegte, dus dat loopt lekker. Verder zwaar door het mulle zand, maar zeer de moeite waard. Mooie steile rotswanden en zandbanken langs de oever. Over een paar weken in The Wet (regenseizoen) kun je hier niet meer lopen, want dan staat de boel onder water. Rond 10 uur stappen we in de auto om 3 uur te rijden naar Derby. Muziekje aan op de iPad, onderweg een korte stop bij een parkeerplaats. In Derby eten we een boterham, waarna we naar de monteur gaan voor onze accu. Aardige man, hij kijkt even, maar heeft deze maat accu niet op voorraad. Hij belt een collega en die heeft er wel één. Niks kaart erbij, de man bukt en tekent met zijn vinger in het rode zand waar we naartoe moeten.
Eerst ingecheckt bij de camping, waar Gerhard de naam Gerry mee krijgt, omdat Australiërs graag een naam verbasteren (gek genoeg wordt Lesley dan weer Les). Op naar de accu. Deze meneer kijkt en heeft ‘m wel. Hij belt met de verhuurmaatschappij en de betaling is geen punt. We worden even in de keuken gezet en het wordt meteen geregeld. We maken een boodschappenlijstje en zitten gezellig te kletsen. Na korte tijd komt ie terug; “I’ve got bad news, you have to leave now”, want het is al klaar. We maken nog een praatje, blijkt dat Autobarn al betaald heeft. Super service.
Weer verswaren gehaald, want de koelkast blijft het nu wel doen. Bij de ronde pier (2 kanten aan de wal vast) een rondje gelopen. Terug bij de camping zitten we lekker buiten, nadat we de bus een metertje verplaatst hebben; we zaten net bij een mierentrail. Gerhard heeft weer vlees gebakken (vlees is hier erg duur, behalve lamsvlees, dus eten we dat, lekker chique). Het koelt wat af hier, dus dat slaapt vast lekker. En zonder zwavellucht natuurlijk.