Weer vroeg wakker, dus kunnen we lekker rustig aan de tassen inpakken. Om kwart voor 10 checken we uit en rijden we naar het vliegveld. Dat is maar 9 mijl verderop. Auto ingeleverd en door de controle. Kona Airport is maar klein en het is niet druk. De wachtruimtes zijn buiten, onder een overkapping in de schaduw. We zijn ruim op tijd, maar zitten heerlijk te lezen. Ons vliegtuig landt en vrijwel direct kunnen we boarden. Het is een klein toestel, maar 48 plaatsen en 3/4 bezet, van de plaatselijke low budget maatschappij.

Op Honolulu airport wachten we op de stadsbus. In de Lonely Planet stonden de busnummers, dus dat is makkelijk. Wat daar niet in stond is dat zo’n bus eigenlijk niet bedacht is op baggage, dus zitten we bijna een uur een beetje onhandig en nemen we veel plaats in. Wel lekker goedkoop natuurlijk. Honolulu is een grote stad met wolkenkrabbers. Ons hotel staat in Waikiki, ten oosten van de stad. Dit kleine stukje land is volgezet met zoveel mogelijk hotels, restaurants en winkelcentra. We checken in en gaan een rondje lopen. Eerst een ijskoffie bij Starbucks. Het strand is heel smal bij vloed en er loopt maar deels een boulevard langs. In het water ontzettend veel surfers, want de golven zijn spectaculair. Gisteren en vanochtend was er op TV zelfs een waarschuwing; op Hawaii wordt bij het weerbericht ook de hoogte van de golven voorspeld.

Het is hier veel drukker dan op Big Island. Opvallend is dat veel commercie gericht is op Japanse toeristen. Vaak staat informatie eerst in het Japans en dan pas in het Engels. Bij een winkelcentrum staat een bandje te spelen en wordt er hula gedanst, compleet met rokken van palmbladeren. Verder veel Louis Vuitton en Fendi winkels. We eten heerlijk bij een restaurant in onze straat. Nu zitten we op het balkon (airco staat zo koud dat het buiten warmer is dan binnen), pikken gratis internet op van de Starbucks hier tegenover (scheelt weer 10 dollar per dag) en luisteren naar de stadsgeluiden, inclusief gezoem van alle airco’s om ons heen.