Nog voor de wekker waren we op, waarschijnlijk door de warmte. Om kwart over 9 zitten we al in de auto naar het noorden. We rijden 1,5 uur door een afwisselend landschap van gestolde lava, glooiende heuvels en de kustlijn. Bij Pololu Valley houdt de weg opeens op. We doen een korte hike de vallei in en eten verse ananas op het grijze strand. De hike omhoog is behoorlijk heet; het is een graad of 28. 

Via Waimea rijden we naar Waipio Valley. Ook hier is weer een prachtige vallei, fris groen met hoge klippen. Aangezien we een Jeep hebben rijden we de steile weg naar de bodem van de vallei. Dit mag alleen met een 4WD en al snel snappen we waarom. Zo’n steile weg hebben we nog nooit gereden. Verkeer omhoog krijgt voorrang, want als je eenmaal stil zou staan, kom je niet meer omhoog. Spannend ritje, maar de Jeep (en de chauffeur) hield het prima.

Via de binnenlandse weg rijden we terug naar Kona, over een soort hoogvlakte. Terug bij het hotel drinken we wat op het balkon. Beneden is de Luau begonnen, compleet met zang en dans. Wij kunnen het gratis een beetje volgen. Verderop in de straat gaan we eten op een veranda op de eerste verdieping met uitzicht op een prachtige zonsondergang. Terug op de kamer nog even buiten gezeten. Morgen vliegen we naar Honolulu. We zijn benieuwd. Big Island was in ieder geval prachtig.