De wekker gaat om half 7, zodat we om 8 uur bij de concierge staan om een huurauto te regelen. Dat valt nog niet mee, dus na het afwegen van alle opties wordt het een Jeep, die we om 11 uur kunnen ophalen aan de andere kant van het stadje. Dus terug naar de kamer en op het balkon allebei een boek uitgelezen. Het is al behoorlijk warm en helder weer. Om 10 uur doen we bij het kleine winkeltje boodschappen voor de lunch en pakken we de trolley naar Hertz. Geen ramen, dus waait er een heerlijk briesje. We zien zo aardig wat van de kust en de vele resorts. Overal bomen met orchidee-achtige bloemen.
Bij Hertz blijkt de auto er nog niet te zijn; omdat we gold member zijn (een kaart die we ooit eens hebben gekregen, zonder er wat voor te doen) ging de baas zelf de auto extra schoonmaken; naar de wasserette en daarna bij hem thuis stofzuigen. Rondje gelopen bij het Sheraton, waar Hertz zit. Enorm complex met grote tuin. Nog een paar gekko’s gezien in een boom.
Toen we de auto eenmaal hadden onderweg naar het zuiden. Het is zo’n 2,5 uur rijden naar Hawaii Volcanoes National Park; het heet niet voor niks Big Island. Onderweg kleine plaatsjes, koffieplantages en later gestolde lavavelden. Op een muurtje boterham gegeten. Na een film bij het visitor centre in het park verschillende kleine trails gelopen; door een lavatube, regenwoud en kale vlaktes. Telkens als we uit de auto stappen is het weer anders, van miezer en 17 graden tot zonnig en bijna 30 graden. We rijden de Chain of Craters Road naar de kust. Daar is in 2003 lava over de asfaltweg gelopen en kun je nu op de gestolde lava klimmen. De golven beuken op de kust. Eind van de middag rijden we naar het Jaggar museum. Vanaf daar zien we, zodra het schemert, de rode gloed van een lavameer dat 100 meter diep in de krater ligt. Heel bijzonder. Dan is het donker en rijden we 2,5 uur terug. Geen verlichting langs de weg, maar ze zijn scheutig met reflectoren. Om half tien zijn we in het hotel, helemaal stuk. Het was een fantastische dag.