Met die rij bij de douche viel het wel mee. Ontbijt op de veranda met gratis koffie. Toen we wegreden, brandde het waarschuwingslampje voor de bandendruk. We gaan vandaag een weg rijden, die vol gaten zit, dus even terug om de banden op te pompen. Lampje ging uit, dus we konden weer verder. De kwaliteit van de weg viel ons nog mee; we waren gewaarschuwd voor erger. Maar hard gaat het niet op een dirt road met potholes. Voordeel is wel dat je goed kunt rondkijken. Deze weg wordt Top of the World Highway genoemd. En terecht, want zo voelt het. Je kunt oneindig ver kijken en de weg loopt langs de boomgrens. Na 2 uur zijn we bij de grens. Het gaat hier allemaal heel gemoedelijk, dus kunnen we snel verder. In Canada is de weg aanzienlijk beter, dus rijdt het wat meer door.
Vlak voor Dawson City, het eindpunt voor vandaag, loopt een brede rivier. Je moet met de ferry over. Dat willen meer mensen en de ferry is maar klein, dus we wachten 1,5 uur. Inmiddels is het behoorlijk slecht weer. In Dawson zoeken we een hotel en checken in bij Triple J (de 3j’s dus). We drinken even thee op de kamer, totdat het weer opknapt. Door het stadje gelopen, dat ruim een eeuw geleden een echte boomtown was voor goudzoekers. De straten zijn van gravel, waarlangs houten boardwalks lopen voor voetgangers. Alle gebouwen zijn van hout en in verschillende kleuren geschilderd. Wat boodschappen gedaan. We eten bij de Griek (dat verwacht je niet hier), die door Lonely Planet wordt aanbevolen (wij snappen waarom). Nu internetten op de veranda van het hotel. Morgen verder over de Klondike Highway, die de route van de goudzoekers volgt.