We waren vroeg op, want met zo’n shared bathroom tussen onze kamer en die van de buren, hoor je alles. Dus meteen maar op en douchen. Na het ontbijt de weg op, want we zijn van plan een behoorlijk stuk te rijden. Het stuk tot Anchorage hebben we al eerder gereden en is wederom prachtig. Bij Potter Marsh even de benen gestrekt door de boardwalk te lopen door het moerasgebied en een boterham gesmeerd op het parkeerterrein. Vanaf Anchorage rijden we de Glenn Highway en worden de bergen veel hoger. De snelwegen gaan door prachtig landschap in Alaska, zodat we ons niet vervelen. Aangezien de radio-ontvangst niet al te best is met die bergen, zingen we mee met onze eigen muziekcollectie op de ipad.
Tussen alle hoge bergen ligt opeens de Matanuska gletsjer. Bijzonder, want vanaf de weg kijken we bovenop de ijsmassa. Verderop begint het te regenen en naderen we de bestemming van vandaag, Glennallen, rond een uur of 5. We hebben niets geboekt en er blijkt maar 1 hotel te zitten, dat duurder is dan budgettair gewenst. Dus besluiten we door te rijden, desnoods tot Tok, dat nog zo’n 2 uur rijden is. Donker wordt het niet hier, dus dat maakt niet veel uit. Maar we zijn wel een beetje gaar. Bij het gehucht Gakona, stoppen we bij een lodge. Die blijkt vol, maar men belt even met een buurman. Zo komen we bij de Red Igloo Cabin. Het ziet er op z’n zachtst gezegd rommelig uit vanaf de weg (we waren er zonder aanbeveling zelf voorbij gereden). Sam en Viola zijn in de 70 en bijzonder gastvrij. Aan de keukentafel wordt er ingecheckt. Ze wonen in een blokhut met een houtkachel en in de hoek staan hun bed. Gerhard zit wat aan zijn arm te krabben en Viola zoekt anti-muggenspul op, gratis. We krijgen zelfgemaakte cinnamon-buns en anti-insecten-wierook mee naar onze cabin. De kamer is keurig en de bordjes met instructies zijn bijzonder grappig. Er ligt ook een visite kaartje: Sam, owner – Viola, owns Sam. We eten op de kamer en gaan even relaxen na de enorme rit. Kan makkelijk, want er is hier niks, geen tv en geen dorp. Maar wel wifi.