Het is prachtig weer, dus buiten bij het zwembad ontbeten en om 10.00 uur op weg naar Antelope Island State Park. Dit eiland ligt in het enorme Salt Lake (die van de city) en is via een weg te bereiken. Eerst even het visitor center bezocht en daar een film bekeken over het eiland. Er zijn hier zo’n 600 bizons (eind 19e eeuw hier geimporteerd nadat ze bijna waren uitgestorven in de USA), dus we zijn benieuwd of we ze zullen zien.
Eerst naar het strand gegaan; de zee is hier zo zout, zodat je net als in de dode zee erop kunt drijven. Het is te fris om dit te proberen, maar het strand is op zich al prachtig (er groeien zelfs planten en bloemen in het zand). We reden daarna via een kampeerplaats verder en ja hoor, 2 bizons, best dichtbij. Prachtige beesten. Verder gereden en een hike gedaan naar een uitzichtpunt. We hadden al gehoord dat er gnats (stekende minivliegjes met de bijnaam no-see-um) zouden zijn, dus we hadden kleren met lange mouwen mee en bij de ingang een hoofdnet gekocht. Dat vinden we altijd een beetje truttig, maar we hebben ‘m wel opgehad; ontzettend veel beestjes.
Later nog een hike gedaan, weer een bizon gezien, veel vogels en geweldig uitzicht; wolken en bergen weerspiegeld in het meer. Je hoort alleen de vogels en de wind, verder is het helemaal stil. De weg op het eiland eindigt bij een oude ranch, waar je oude huisjes en landbouwmaterialen kunt bekijken. Daar even gekletst met een Nederlander die 55 jaar geleden naar hier geëmigreerd is met niet meer dan 50 dollar. Dat is nog eens een avontuur. We vertelden dat we in Almere gewoond hebben, maar dat kent hij niet (bestaat pas 30 jaar). Toen we zeiden “in de polder” werd spontaan de tekst van “kleine Greetje uit de polder” opgezegd. Grappig.
Op de terugweg een enorme kudde bizons gezien. Eén kwam behoorlijk dichtbij (even achter de auto gaan staan). In de verte ook nog een antilope. Even later enorme buien en onweer aan de andere kant van het meer. Onderweg gegeten bij de Red Lobster, altijd leuk en lekker. Was een waanzinnige dag in de natuur.