Ook bij het ontbijt waren er naast ons alleen Cubaanse gasten. Mensen in de bediening hebben duidelijk geen opleiding hiervoor of ervaring, want het gaat zoals het gaat, langzaam en inefficient, maar we hebben de tijd. Even getankt en daarna met countrymusic op radio Gitmo naar Baracoa gereden. De weg alleen al is een bezienswaardigheid. Eerst rechts de kust met azuurblauwe zee, links een berglandschap en hier en daar een kaktus. Superrustig hier.
Dan de Faroala, een weg die door het berglandschap slingert met prachtige uitzichten. Hier en daar een paar huisjes. Op de weg veel mensen die je iets willen verkopen (sinaasappels, bananen en gek genoeg CD’s), maar wij geven telkens een resoluut No gebaar. Voor het eerst wordt er hier ook gebedeld voor geld (i.p.v. zeep of een pen).
Baracoa is de oudste stad van Cuba en de meest oostelijke (voor ons) bereikbare plaats. Hotel was zo gevonden, aan het centrale plein van het stadje. Geluncht op een terrasje en daarna een rondje door het plaatsje gelopen, ook langs de boulevard. Uitzicht op zee en bergen. Bij de telefoonmaatschappij geinternet en daarna weer hetzelfde terrasje gepakt (er zit hier niet zoveel). Er is een fris buitje gevallen, wat volgens de boeken hier vaker voorkomt. Nu zitten we op de eerste verdieping van het hotel op het overdekte balkon, te lezen en te kijken naar mensen die schuilen voor de buien. Lekker rustig dagje. Straks eten en daarna kijken of er wat te doen is in de Casa de Trova. Tijd voor cocktails!