De vlucht gaat heel voorspoedig. We slapen aardig en 15 uur vliegt voorbij. We zijn er kwart over 6 uur ’s morgens en het is 8 graden. Dat is even wennen na de hittegolf in Californië. Na alle douane-formaliteiten, we hoeven deze keer niet door de snanner, pakken we de trein naar Kings Cross. In de ochtendspits zitten mensen met winterjassen en sjaals. Het is hier net lente, maar de zon schijnt en het warmt al aardig op. Bij het hotel tassen neergezet, de kamer is zo vroeg niet klaar. In een park bij een fontijntje even tanden gepoetst.
We lopen naar hartje Sydney en pakken meteen maar de highlights mee, zoals Opera House, Harbour Bridge en The Rocks. We waren hier krap 3 jaar geleden ook, dus het voelt vertrouwd en we weten aardig de weg. Bij een koffietent lekker uurtje op het terras zitten internetten. Terug naar het hotel lopen we door de Royal Botanic Gardens, waar we vliegende vossen zien hangen, een soort vleermuizen, die enorm veel herrie maken. We doen wat boodschappen en eten in een parkje. Om half 1 is de kamer klaar.
Zodra we op bed liggen slaat de vermoeidheid toe. Dus paar uurtjes geslapen en de wekker gezet (en nog een uur erbij gesmokkeld). Douchen is zelden zo lekker als na zo’n lange reis. Door onze straat gelopen, waar het aardig druk is. In deze wijk zit veel backpack-hotels en restaurantjes. Het is al vroeg donker. We zitten nu bij McDonald’s voor een snelle hap en gratis internet (want dat kost $25 per dag in het hotel). Straks in het hotel nog even uitzoeken wat we morgen gaan doen; we doen maar een beetje rustig aan. Woensdag vliegen we naar Fiji voor 6 dagen, daarna gaan we langer downunder. Heerlijk vooruitzicht.