Skagen

Gisteren hebben we ons prima vermaakt op de ferry. Er was een tussenstop in Stavanger, dus ging de route langs de kust tussen eilandjes. Tussen de buien door hebben we veel op het achterdek gestaan. Zowel in de middag als ’s avonds speelde een bandje, The Flying Penguins. Super leuk, er werd zelfs gedanst door heren van een Belgische motorclub. We hadden een hut, maar veel hebben we niet geslapen op een hard bed met het deinen van de golven. Ach, slaap je niet, dan rust je toch. Om kwart over 6 werd via de luidspreker omgeroepen dat het tijd was om op te staan. Om half 8 stonden we aan Deense wal.

Met nog een hele dag voor ons, eerst maar even boodschappen doen; anders dan in Noorwegen kan dat hier op zondag, ook in een gehucht. Het Deens lijkt veel op Noors, dus we zitten er nog helemaal in. In Skagen, het Noordelijkste puntje van Denemarken, ingecheckt op de camping. Daarna met de fiets naar Grenen, een punt waar het zeewater vanuit het Skagerrak (Noordzee) en Kattegat (Baltische zee) elkaar raakt. Op zich zie je daar niet zoveel van, maar je loopt met veel mensen op het strand naar dat punt, wat op zich al grappig is. Verder veel bunkers uit WOII langs de kust. Na lunch op de camping, pakken we de fiets weer voor een leuke tocht over Jutland, langs een in zand verzonken kerktoren naar een klein gebied met hele hoge duinen, Rabjerg Mile. Natuurlijk klimmen we daar op; met elke stap zak je weer een stukje terug. Eind van de middag zijn we weer terug op te camping, waar we nog lekker buiten zitten, het is hier 22 graden. Leuk om weer eens een stuk te fietsen. In Noorwegen is het daar weinig van gekomen; te bergachtig of te onveilig op de provinciale weg. Denemarken is net Nederland, plat en goede fietspaden. Zachte landing richting Nederland … maar niet te snel, eerst nog Jutland verkennen.

Plaats een reactie