Na enige vertraging doordat een passagier op Schiphol was geweigerd en zijn koffer van boord moest, vertrokken vanaf Schiphol. Zo’n 9,5 uur vliegen, maar met wat lezen, slapen en tv kijken vliegt dat voorbij. Aanvliegen op met een grote bocht Cuba aan het eind van de middag is prachtig. Eenmaal geland stopte de piloot en liet ons weten dat er rommel op de baan lag, die eerst moest worden weggehaald.
Het douaneproces ging prima. Eén voor één met paspoort en toeristenkaart een digitale foto maken, waarna de deur voor je open wordt geklikt. Daarna met een formulier langs een dokter en naar de koffers. Blijkbaar zijn ze hier bang dat we allerlei ziektes meenemen, want officials hebben een mondkapje op.
In de aankomsthal werden we opgewacht door een dame van de reisorganisatie. Geld wisselen in een chaoatische rij en daarna met een groep in de transferbus. Vanaf het vliegveld is het zo’n 25 km naar het centrum van Havana. Onderweg zagen we al veel klassieke auto’s, maar ook motoren met zijspan. Nadat andere toeristen waren afzet bij andere hotels, kwamen wij aan in Los Frailes (de paters). Het personeel loopt in habijten, maar omdat het hier kouder is dan normaal (17 graden) hebben ze er jassen overheen. Even een rondje gelopen en wat gedronken. We waren te moe om te eten, dus hebben we gedineerd met een cornetto en lagen we er om 22.00 uur in.
