Vanochtend uitgeslapen en uitgereid ontbeten in het hotel; we waren vrijwel de enige gasten dus kregen alle aandacht. Daarna gestart met de Great Ocean Road, een lange mooie route langs de zuidkust.
Doordat de weg tussen de kust en de heuvels slingert, kost dit behoorlijk wat tijd. De weg is echter prachtig met schattige plaatsjes, een turqoise zee en groene heuvels. Onderweg bij Aireys Inlet en een toertje gedaan in de plaatselijke vuurtoren van eind 19e eeuw. Was nog behoorlijk wat over te vertellen bleek. Er zijn aan deze kust veel schepen vergaan. ’s Morgens was het bewolkt en dan is de zee grijs van kleur; ’s middags klaarde het op en dan is de zee prachtig turqoise-blauw. Het is wel aanzienlijk koeler dan gisteren: wisselend tussen 15 en 20 graden. Na de vuurtoren verder gereden en onderweg diverse keren gestopt bij een lookout punt; prachtig uitzicht op de zee en rotspartijen.
Bij de Twelve Apostles (12 rotsen in zee) was het enorm druk; dit is duidelijk het hoogtepunt van deze route; alle talen hoor je (voor het eerst ook veel Nederlands) en iedereen neemt foto’s. Eind van de middag zijn we ingecheckt in het kleine Port Campbell, nog heerlijk 2 uur op het terras uit de wind in de zon gezeten met een biertje/wijntje en lekker gegeten. Morgen maken we de Great Ocean Road af.
